Artikel 9
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het
bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de
stichting
en van
alles betreffende de werkzaamheden van de
stichting, naar
de eisen die
voortvloeien uit deze
werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te
voeren en de daartoe behorende boeken,
bescheiden en andere
gegevensdragers
op zodanige wijze
te bewaren, dat daaruit
te allen tijde de
rechten en verplichtingen
van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het
bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na
afloop van het
boekjaar de
balans
en de staat van baten en lasten van de stichting
te
maken,
op papier te stellen en vast te stellen.
De balans en de staat van baten en lasten worden
onderzocht door een door
het bestuur aangewezen
registeraccountant, accountant
administratieconsulent dan wel een andere deskundige
in de zin van artikel
2:393 Burgerlijk Wetboek.
Deze deskundige brengt omtrent zijn
onderzoek
verslag uit
aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek
weer in een
verklaring omtrent de getrouwheid
van de in het vorige
lid
bedoelde stukken.
4. Het
bestuur is verplicht
de in de voorgaande
leden bedoelde boeken,
bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven
jaren
te bewaren.
5. De
op een gegevensdrager aangebrachte gegevens,
uitgezonderd de op
papier gestelde balans en staat
van baten en lasten, kunnen op een andere
gegevensdrager worden overgebracht en
bewaard,
mits de overbrenging
geschiedt met
juiste en volledige weergave der gegevens en deze
gegevens
gedurende de volledige bewaartijd
beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd
leesbaar
kunnen worden gemaakt.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
REGLEMENT!
Artikel 10
1. Het
bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin
die onderwerpen
worden geregeld, die naar het
oordeel van het bestuur (nadere) regeling
behoeven.
2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beƫindigen.
4. Op de vaststelling, wijziging en beƫindiging van het reglement is het bepaalde
in artikel 11 lid 1 van toepassing.