bestuur!

 

Samenstelling en wijze van benoemen

 

Artikel 3

 

1.    Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen 
aantal van ten minste drie bestu
urders, waarbij het aantal van zeven 
bestuurders de voorkeur heeft.

2.    De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures
moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur kiest uit zijn midden 
een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Zij vormen tezamen het dagelijks bestuur. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door een persoon worden vervuld
.

3.    De bestuurders worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij treden af
volgens een door het bestuur op te maken rooster.
Een volgens het rooster aftredend bestuurder kan een twee maal voor een nieuwe
aansluitende periode van vier jaar worden herbenoemd.
Afgetreden bestuurders zijn na een periode van vier jaar weer benoembaar.
De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster
 
van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

4.    Ingeval van een of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden.

5.    De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.
Z
ij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun
functie gemaakte kosten.

 

BESTUUR!

Taak en bevoegdheden

Artikel 4 

1.    Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.

 

2.    Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot

       verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, mits het besluit

       wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.

 

3.    Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten,

       waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich

       voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van

       een ander verbindt.

 

4.    Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving

       worden aanvaard.

 

5.    Het bestuur is bevoegd het vermogen van de stichting op risicovolle wijze

       te beIeggen, mits het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in

       functie zijnde bestuurders

 

6.    Het bestuur draagt er zorg voor dat een ander bestuurslid dan de penningmeester

       zelfstandig inzage heeft in de bankgegevens van de stichting. Dit bestuurslid kan geen

       bancaire transacties verrichten.

 

Naar boven